Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Pa·sching
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Pasching der Pasching Pasching die Pasching
datief me Pasching em Pasching Pasching de Pasching
accusatief en Pasching der Pasching Pasching die Pasching

Zelfstandig naamwoord

Pasching, m

  1. (plantkunde) Prunus persica  , perzik
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
Opmerkingen