Neocomien
- Neo·co·mien
- van Frans Néocomien, afgeleid van Neocomum "Neuchâtel" met het achtervoegsel -ien, omdat in de omgeving van die Zwitserse stad de kenmerkende gesteenten worden aangetroffen; naam voorgesteld in 1835 door de Franse geoloog J. Thurmann[1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Neocomien | - |
verkleinwoord | - | - |
het Neocomien o
- (geologie) (verouderd) naam voor gesteenten uit het vroegkrijt
- ▸ In dit werk van Ch. Lory vinden wijde eerste verhandelingen omtrent de verschillende facies van het Neocomien uit S.E. Frankrijk.[3]
- Volgens de standaard van de Internationale Commissie voor Stratigrafie worden gesteenten uit dit tijdperk aangeduid met "vroegkrijt" of vooral met de eerste drie etages die daarbinnen worden onderscheiden[4]
bij benadering:
- Het woord 'Neocomien' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Howe,J.A.Neocomian in: Encyclopædia Britannica deel 19, 11e druk (1911), p. 372
- ↑ Weblink bron I.M. Calisch, N.S. Calisch“Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal”, beschouwd als 1e druk van Van Dale (1864), H.C.A. Campagne, Tiel, p. 839
- ↑ Weblink bron Nash, James Meyndert William“De geologie der Grande-Chartreuseketens”, proefschrift (1926), J. Waltman, Delft, p. 80
- ↑ Weblink bron Cohen, K.M., e.a.“The ICS International Chronostratigraphic Chart. Episodes 36: 199-204.” (2015)