Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Mar·tin
  enkelvoud
nominatief   Martin  
genitief   Martins  

Eigennaam

Martin m

  1. (mannelijke naam) jongensnaam
     Zeer erkentelijk ben ik Fontaine Uitgevers, in het bijzonder directeur Martin Fontijn en managing uitgever Annemie Michels die in het boek geloofden en het samen met mij wilden uitgeven. Lynn Plagmeijer maakte de cirkel rond als redacteur.[1]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  


Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Mar·tin
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Latijnse bijvoeglijke naamwoord martinus, dat afgeleid is van Mars, de naam van de Romeinse god van de oorlog
  enkelvoud
nominatief   Martin  
genitief   Martins  
datief   Martin  
accusatief   Martin  

Eigennaam

Martin, m

  1. (mannelijke naam) een Duitse mannelijke voornaam; Nederlandse vormen: Maarten, Martinus e.a.
    «Martin Luther (1483-1546) war ein sehr bedeutender deutscher protestantischer Theologe und Reformator.»
    Maarten Luther (1483–1546) was een zeer belangrijke Duitse protestantse theoloog en reformator.
Antoniemen
Afgeleide begrippen