Mandsjoerijse haas

Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • Man·dsjoe·rij·se haas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Mandsjoerijse haas Mandsjoerijse hazen
verkleinwoord Mandsjoerijs haasje Mandsjoerijse haasjes

Zelfstandig naamwoord

Mandsjoerijse haas m / o

  1. (haasachtigen) Lepus mandshuricus   haasachtige uit de familie van de hazen en konijnen (Leporidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door Radde in 1861
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie