• IPA: /maɟarka/
  • Afgeleid van het zelfstandig naamwoord Maďar met het achtervoegsel -ka

Maďarka v

  1. (demoniem) Hongaarse; een vrouw met de Hongaarse nationaliteit
  2. (demoniem) Hongaarse; een vrouw behorend tot het Hongaarse volk


  • IPA: /maɟarka/
  • Ma·ďar·ka
  • Afgeleid van het zelfstandig naamwoord Maďar met het achtervoegsel -ka

Maďarka v

  1. (demoniem) Hongaarse; een vrouw met de Hongaarse nationaliteit
  2. (demoniem) Hongaarse; een vrouw behorend tot het Hongaarse volk