Limburgs bosgitje

Nederlands

Mannetje

Uitspraak

• Geluid:  Limburgs bosgitje    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• Lim·burgs bos·git·je

Woordherkomst en -opbouw

• verbinding van  Limburgs  en bosgitje

	enkelvoud	meervoud
naamwoord
verkleinwoord	Limburgs bosgitje	Limburgse bosgitjes

Zelfstandig naamwoord

het Limburgs bosgitje o dim. tant.

1. (tweevleugeligen) Cheilosia lenis  een vliegensoort uit de familie van de zweefvliegen (Syrphidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1894 door Becker

Hyperoniemen

• gitjes, zweefvliegen, vliegen, tweevleugeligen, insecten, zespotigen, geleedpotigen, dieren

Gangbaarheid

• Het woord 'Limburgs bosgitje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.