Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Lamm·fleisch
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie 57194
enkelvoud meervoud
nominatief das Lammfleisch ---
genitief des Lammfleisches
des Lammfleischs
---
datief dem Lammfleisch ---
accusatief das Lammfleisch ---

Zelfstandig naamwoord

Lammfleisch, v (zonder meervoud)

  1. (voeding) lam, lamsvlees
    «Lammfleisch etwa kommt seit frühesten osmanischen Zeiten in vielen Varianten auf den Tisch.»
    Sinds de vroegste Ottomaanse tijd is lamsvlees in vele varianten op tafel geweest.
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Spreekwoorden
  • Lammfleisch und Rindfleisch kochen nicht zusammen weich.
Lamsvleesch en rundvleesch zieden niet wel te zamen.