Koninklijke Luchtvaart Maatschappij

Nederlands

 
Uitspraak
Woordafbreking
  • Ko·nink·lij·ke Lucht·vaart Maat·schap·pij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Koninklijke Luchtvaart Maatschappij
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Koninklijke Luchtvaart Maatschappijv

  1. (luchtvaart), (bedrijf) de nationale luchtvaartmaatschappij van Nederland
     En nu duikt hij weer op in Let’s Fly Away!, een zinnenprikkelende tentoonstelling over de KLM-passagier, waarmee het MAI en het Stadsarchief het 100-jarig bestaan van de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij (KLM) vieren.[1]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Jan Pieter Ekker
    “De geschiedenis van KLM vastgelegd door topfotografen” (7 juli 2019), Het Parool