Kardinal
Niet te verwarren met: kardinaal, kardinal |
- Kar·di·nal
- Afkomstig van het Latijnse zelfstandige naamwoord cardinalis
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | der Kardinal | die Kardinäle |
genitief | des Kardinals | der Kardinäle |
datief | dem Kardinal | den Kardinälen |
accusatief | den Kardinal | die Kardinäle |
Kardinal, m
- (beroep), (religie) kardinaal
- «In dem Konklave, in dem ein neuer Papst gewählt wird, sind diejenigen Kardinäle stimmberechtigt, die an dem Tag, der dem Konklave vorausgeht, noch keine 80 Jahre alt sind.»
- In het conclaaf waarin een nieuwe paus gekozen wordt zijn die kardinalen stemgerechtigd die op de dag voorafgaand aan het begin van een conclaaf nog geen 80 jaar oud zijn.
- «In dem Konklave, in dem ein neuer Papst gewählt wird, sind diejenigen Kardinäle stimmberechtigt, die an dem Tag, der dem Konklave vorausgeht, noch keine 80 Jahre alt sind.»
- (vlinders) Argynnis pandora , kardinaalsmantel
- (drinken) een koude drank van witte wijn, suiker en de schil van zure sinaasappels
- Zie ook Kardinäle Cardinalidae , (vogels)