Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Kad·desj
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

het Kaddesjo

  1. (religie) joods gebed waarin Gods naam wordt geheiligd, in verschillende vormen en op verschillende plaatsen voorkomend in de synagogedienst, onder andere aan het eind van elke dienst en voorafgaand aan het Sjema; ook gezegd bij begrafenis en dodenherdenking
Schrijfwijzen
  • kaddisj (volgens de officiële spelling)
  • Kaddiesj (in de spelling van Sofeer die dichter bij het Aramees blijft)
Verwante begrippen

Verwijzingen

Gangbaarheid

Meer informatie