Kaapse vliegenvanger

Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • Kaap·se vlie·gen·van·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Kaapse vliegenvanger Kaapse vliegenvangers
verkleinwoord Kaaps vliegenvangertje Kaapse vliegenvangertjes

Zelfstandig naamwoord

de Kaapse vliegenvangerm

  1. (zangvogels) Muscicapa adusta   een vogelsoort uit de familie van de Muscicapidae   (vliegenvangers). Deze soort komt voor in westelijk-centraal, oostelijk en zuidelijk Afrika en telt 10 ondersoorten
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie