Javaanse bospatrijs

Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • Ja·vaan·se bos·pa·trijs
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Javaanse bospatrijs Javaanse bospatrijzen
verkleinwoord Javaans bospatrijsje Javaanse bospatrijsjes

Zelfstandig naamwoord

de Javaanse bospatrijsm

  1. (hoendervogels) Arborophila javanica   een vogel uit de familie fazantachtigen (Phasianidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1879 door Johann Friedrich Gmelin. De soort komt voor op Java en telt 2 ondersoorten
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie