Israëli
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Is·raë·li, Is·ra·eli
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Israëli | Israëli's Israëli |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Israëli m
- (Jiddisch-Hebreeuws) (demoniem) een inwoner van Israël, of iemand afkomstig uit Israël
- ▸ Deze 23-jarige Israëli had net zijn driejarige militaire dienstplicht afgerond.[2]
Synoniemen
Verwante begrippen
Demoniemen bij Israël in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Israëli, Israëliër • inwoonster: Israëlische • bijvoeglijk: Israëlisch |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord Israëli staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers