• Ir·ma-·ef·fect
enkelvoud meervoud
naamwoord Irma-effect
verkleinwoord - -

het Irma-effecto

  1. (onderwijs) (Nederland) sterk toegenomen belangstelling voor het volgen van de opleiding voor gebarentolk door de opvallende manier waarop Irma Sluis die taak vervulde tijdens de persconferenties van de regering tijdens de coronapandemie
     Meer studenten volgen dit collegejaar de opleiding tot tolk Nederlandse gebarentaal, meldt Hogeschool Utrecht woensdag. (…) Dit komt volgens een woordvoerder van de hogeschool door het ‘Irma-effect’.[1]
  1.   Weblink bron
    Lisa Lin
    “Meer studenten volgen 'door Irma-effect' opleiding tot gebarentolk” (2 september 2020) op nu.nl