Indische honingvogel
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- In·di·sche ho·ning·vo·gel
Woordherkomst en -opbouw
- verbinding van Indische en honingvogel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Indische honingvogel | Indische honingvogels |
verkleinwoord | Indisch honingvogeltje | Indische honingvogeltjes |
Zelfstandig naamwoord
de Indische honingvogel m
- (zangvogels) Dicaeum ignipectus een zangvogel uit de familie Dicaeidae (bastaardhoningvogels). Deze soort telt 8 ondersoorten
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'Indische honingvogel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.