Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • Ibe·ri·sche haas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Iberische haas Iberische hazen
verkleinwoord Iberisch haasje Iberische haasjes

Zelfstandig naamwoord

Iberische haas m / o

  1. (haasachtigen) Lepus granatensis   haasachtige uit de familie van de hazen en konijnen (Leporidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door Rosenhauer in 1856.
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie