Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • IT-af·de·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord IT-afdeling IT-afdelingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de IT-afdelingv

  1. (informatica) (techniek) deel van een bedrijf of organisatie dat zich bezighoudt met de (elektronische) informatievoorziening en daarvoor benodigde computers en netwerken
     Het tijdstip van de phishing actie is overigens opvallend, omdat er net afgelopen week een grootschalige test is gehouden, om studenten en personeelsleden beter bewust te maken van het fenomeen phishing. Door de IT-afdeling van Saxion werd daarvoor een groot aantal nep-phishing e-mailtjes rondgestuurd, om te bekijken wie er allemaal op zo’n link klinkt.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Jeroen de Kleine
    “Internetcriminelen duiken in datalek bij Saxion; duizenden phishing mailtjes gaan rond” (02-11-2020), Tubantia