• Heck·sel·kam·mer
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Heckselkammer die Heckselkammer Heckselkammre die Heckselkammre
datief re Heckselkammer der Heckselkammer Heckselkammre de Heckselkammre
accusatief en Heckselkammer die Heckselkammer Heckselkammre die Heckselkammre

Heckselkammer, v

  1. een compartiment in een schuur voor het opslaan van gehakseld of gesneden stro (haksel)