Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Haapt·ka·rak·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Haaptkarakder der Haaptkarakder Haaptkarakders die Haaptkarakders
datief em Haaptkarakder me Haaptkarakder Haaptkarakders de Haaptkarakders
accusatief en Haaptkarakder der Haaptkarakder Haaptkarakders die Haaptkarakders

Zelfstandig naamwoord

Haaptkarakder, m

  1. (filmkunst), (letterkunde) hoofdacteur, hoofdkarakter, hoofdpersoon, protagonist
    «Des Mol iss der Kermit der Haaptkarakder
    Deze keer is Kermit de hoofdacteur.
Opmerkingen