Gesher
- Ge·sher
enkelvoud | |
---|---|
nominatief | Gesher |
genitief | Geshers |
Gesher m
- (Jiddisch-Hebreeuws) (politiek) (historisch) schrijfwijze voor Gesjer (naam van twee politieke middenpartijen)
- (Jiddisch-Hebreeuws) (figuurlijk) brug (alleen in onderstaande verbindingen)
- [1] Gesjer (Hebreeuws)
- Het woord 'Gesher' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.