Familie
- Fa·mi·lie
Familie v
- (familie) gezin, huishouden bestaand uit een ouderpaar met een of meer kinderen
- (familie) familie, groep personen die nazaten zijn van hetzelfde ouderpaar
- (biologie) geslacht, groep nauw verwante soorten
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | Familie | Familien |
genitief | Familie | Familien |
datief | Familie | Familien |
accusatief | Familie | Familien |