Eskimo
- Es·ki·mo
- via Frans esquimau vermoedelijk van Innu ayaškimew "bespanner van sneeuwschoenen", maar vaak verklaard als schimpnaam uit het Abnaki askimo "eter van rauw vlees" [1] [2] [3] [4]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Eskimo | Eskimo's |
verkleinwoord | Eskimootje | Eskimootjes |
de Eskimo m
- oorspronkelijke bewoner van het noordpoolgebied
- eskimo (officiële spelling tot 2006)
- Het gebruik van deze benaming wordt door sommigen als laatdunkend ervaren. Het is daarom raadzaam dit woord alleen te gebruiken voor groepen die zich in die aanduiding herkennen en ze anders aan te duiden met de namen die overeenkomen met de namen die ze voor zichzelf gebruiken.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord Eskimo staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 was het woord in de oude spelling “eskimo” opgenomen.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Eskimo op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron J.P. Pickett (ed.)“The American Heritage Guide to Contemporary Usage and Style” (2005), Houghton Mifflin Harcourt,, ISBN 9780618604999, p. 170
- ↑ Weblink bron Archie Hobson (red.)“The Oxford Dictionary of Difficult Words” (2004), Oxford University Press , ISBN 9780195173284, p. 160 kol. 2