Davids bospatrijs

Nederlands

Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • Da·vids bos·pa·trijs
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Davids bospatrijs Davids bospatrijzen
verkleinwoord Davids bospatrijsje Davids bospatrijsjes

Zelfstandig naamwoord

de Davids bospatrijsm

  1. (hoendervogels) Arborophila davidi   een vogel uit de familie fazantachtigen (Phasianidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1927 door Delacour. De soort is endemisch in het zuiden van Vietnam. Op de rode lijst van de IUCN heeft de soort de status gevoelig
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie