Chefsache
- Chef·sa·che
- samenstelling van Chef zn en Sache zn
Chefsache v
- chefsache, kwestie die zo belangrijk en gevoelig is dat de leidinggevende er zelf over moet beslissen
Oorspronkelijk een term uit de (politiek), die ook daarbuiten gangbaar is geworden.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | Chefsache | Chefsachen |
genitief | Chefsache | Chefsachen |
datief | Chefsache | Chefsachen |
accusatief | Chefsache | Chefsachen |