Californische cipres


 
  • (IPA in voorbereiding)
  • Ca·li·for·ni·sche ci·pres
enkelvoud meervoud
naamwoord Californische cipres Californische cipressen
verkleinwoord Californisch cipresje Californische cipresjes

de Californische cipresm

  1. (coniferen) Chamaecyparis lawsoniana   een boom uit de cipresfamilie (Cupressaceae  ). De plant wordt ook wel lawsoncipres genoemd. De soort komt oorspronkelijk uit westelijk Noord-Amerika (Californië, Oregon). In Noord- en Midden-Europa wordt de boom veel aangeplant als beschutting en als sierboom. Gekweekte varianten zijn veel in parken, tuinen en op kerkhoven te zien. In Amerika kan de boom wel 60 m hoog worden, in Europa is 40 m het maximum