Cairojaans
Niet te verwarren met: Caïrees |
- Geluid: Cairojaans (hulp, bestand)
- IPA: / ˌkɑjroˈjans / (3 lettergrepen)
- Cai·ro·jaans
- eponiem afgeleid met het achtervoegsel -aans van de familienaam van de 20e-eeuwse Surinaamse auteur E. Cairo
Cairojaans o
- (letterkunde) de variant van het Surinaams-Nederlands die kenmerkend is voor het werk van Edgar Cairo
- ▸ De Surinaamse auteur Edgar Cairo is in de Nederlands-Caribische literatuur vooral bekend geworden wegens zijn singuliere taalgebruik. Hij gebruikte een diep Surinaams-Nederlands dat ook wel als Cairojaans werd aangeduid, omdat het volstrekt uniek was.[1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | Cairojaans | Cairojaanser | Cairojaanst |
verbogen | Cairojaanse | Cairojaansere | Cairojaanste |
partitief | Cairojaans | Cairojaansers | - |
Cairojaans
- (letterkunde) Surinaams-Nederlands in de variant die kenmerkend is voor het werk van Edgar Cairo
- ▸ Het barokke Cairojaanse taalgebruik, vol herhalingen en synoniemen, leent zich uitstekend voor een synthese met klassiek Europees drama.[2]
- Het woord Cairojaans staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “De brug van Paramaribo naar Willemstad. Nederlands-Caribische en Caribisch-Nederlandse literatuur 1945-2005.” (2007), Fundashon pa Planifikashon di Idioma / Universiteit van de Nederlandse Antillen, Curaçao
- ↑ Weblink bron Lieke van DuinOp zoek naar de synthese : Caraïbisch theater in Nederland in: Bzzlletin., jrg. 16 nr. 143 (februari 1987), BZZTôh, Den Haag, p. 108