Braziliaans-Portugees

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Bra·zi·li·aans - Por·tu·gees
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Braziliaans-Portugees -
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het Braziliaans-Portugeeso

  1. Portugees zoals dat in Brazilië gesproken en geschreven wordt
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid