Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: bordelaise

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Bor·de·lees
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen Bordelees
verbogen Bordelese

Bijvoeglijk naamwoord

Bordelees

  1. (demoniem) gerelateerd aan of afkomstig uit Bordeaux
    • In Pessac bouwde de wereldberoemde architect Le Corbusier in 1925-'26 zijn eerste baanbrekende modernistische arbeiderswijk Cité Frugès, in opdracht van een Bordelees industrieel. [1]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
enkelvoud meervoud
naamwoord Bordelees Bordelezen
verkleinwoord (Bordeleesje) (Bordeleesjes)

Zelfstandig naamwoord

de Bordeleesm

  1. (demoniem) een inwoner van Bordeaux, of iemand afkomstig uit Bordeaux
    • Darrigade is in 1959 wereldkampioen op de weg geworden, Jan Janssen deed hem dit vijf seizoenen later niet alleen keurig na, hij overtroefde de Bordelees ook in het aantal klassieke zegepralen: Darrigade won een keer de Ronde van Lombardije, Janssen heeft behalve Bordeaux-Parijs ook Parijs-Roubaix op zijn naam staan. [2]
    • Ook van de stedenamen Lyon en Bordeaux zullen wij de Fransche gentilitia Lyonees en Bordelees moeten overnemen, om wanklanken als Lyonner of Bordeauenaar te ontwijken. [3]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen