Bijbelkennis
- Bij·bel·ken·nis
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | Bijbelkennis | |
| verkleinwoord |
de Bijbelkennis v
- (religie) het weten wat er in de bijbel geschreven staat
- ▸ De EO en de NCRV willen Facebookers hun bijbelkennis laten testen. De Bijbelquiz bestaat al langer, maar dit jaar kunnen mensen hun Facebook-vrienden uitdagen via het sociale netwerk.[2]
- ▸ In tegenstelling tot veel wetenschappers gelooft Stef Heerema niet zo in de evolutietheorie. De natuurkundige vertrouwt op zijn Bijbelkennis en het scheppingsverhaal.[3]
- Het woord Bijbelkennis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron “Grote Bijbelquiz dit jaar ook op Facebook” (19-09-2014), Tubantia
- ↑ Weblink bron Jeroen de Kleine“Bijbelkenner wil evolutietheorie onderuit halen in Wierden” (11-04-2019), Tubantia
