Bartkaninchen

Ein Bartkaninchen.
Een baardkonijn.

Duits

Uitspraak

• IPA: /ˈbaːɐ̯tkaˌniːnçən/

Woordafbreking

• Bart·ka·nin·chen

Woordherkomst en -opbouw

• Samenstelling van Bart en Kaninchen.

Zelfstandig naamwoord

Bartkaninchen o

1. (dierkunde) baardkonijn, Gents baardkonijn (konijnenras)

   «Das Bartkaninchen wurde um 1960 aus Frankreich eingeführt.»

   Het Gentse baardkonijn werd ingevoerd uit Frankrijk rond 1960.

Verbuiging

	enkelvoud	meervoud
nominatief	das Bartkaninchen	die Bartkaninchen
genitief	des Bartkaninchens	der Bartkaninchen
datief	dem Bartkaninchen	den Bartkaninchen
accusatief	das Bartkaninchen	die Bartkaninchen

Synoniemen

• Belgisches Bartkaninchen
• Genter Bartkaninchen

Hyperoniemen

• Kaninchen
• Säugetier
• Tier