ISO 639-3
avi
 
  • Avi·kam
enkelvoud bezitsvorm meervoud
naamwoord Avikam - -
verkleinwoord - - -

het Avikamo

  1. geen meervoud (taal) Atlantische Congotaal gesproken door 20 duizend mensen in het zuiden van Ivoorkust
      „Vereenvoudiging" had bij voorbeeld plaats met de labiovelaren 'kp' en 'gb', die kenmerkend West-Soedaneesch zijn. Bijv. Avikam (Kwa-groep): gbekre „Européen" >NE. bakra „id." en Ahlö (Togo): kpali „rufen" > NE. bari „id."[1]
  1.   Weblink bron
    Lou Lichtveld
    Arikaansche resten in de creolentaal van Suriname in: De West-Indische Gids, jrg. 10 deel 11 (1929), Martinus Nijhoff, 's-Gravenhage, p. 512