• Ar·gen·tijn
enkelvoud meervoud
naamwoord Argentijn Argentijnen
verkleinwoord Argentijntje Argentijntjes

de Argentijnm

  1. (demoniem) iemand van Argentijnse komaf
    • In het voetbal zijn de Argentijnen de aartsrivalen van de Brazilianen. 
  2. restaurant met een Argentijnse keuken
     Anders moet Pieter straks maar wat gaan halen. Iets van de Argentijn, of zo.[1]