Aprigos
Pennsylvania-Duits
Uitspraak
Woordafbreking
- Ap·ri·gos
enkelvoud (onbepaald) |
enkelvoud (bepaald) |
meervoud (onbepaald) |
meervoud (bepaald) | |
---|---|---|---|---|
nominatief | en Aprigos | die Aprigos | Aprigose | die Aprigose |
datief | re Aprigos | der Aprigos | Aprigose | de Aprigose |
accusatief | en Aprigos | die Aprigos | Aprigose | die Aprigose |
Zelfstandig naamwoord
Schrijfwijzen
- Aprigosche zn (verkleinvorm)
- Abrigos zn
Afgeleide begrippen
Opmerkingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Schrijfwijze volgens het "The Pennsylvania Dutch Dictionary: Aprikos.