Ein Angorakaninchen.
Een angorakonijn.

Duits

Uitspraak
  • IPA: /aŋˈɡoːʀakaˌniːnçən/
Woordafbreking
  • An·go·ra·ka·nin·chen
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

Angorakaninchen o

  1. (dierkunde) angorakonijn (konijnenras)
    «Die Angorakaninchen stellen eine eigene mittelgroße Kaninchenrasse dar, die sich besonders durch ihr extrem langes Fell auszeichnet.»
    Angorakonijnen behoren tot een middelgroot konijnenras dat zich door de extreem lange vacht kenmerkt.
Verbuiging
Synoniemen
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen