Afrikaanse oehoe
- (IPA in voorbereiding)
- Afri·kaan·se oe·hoe
- verbinding van Afrikaanse en oehoe
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Afrikaanse oehoe | Afrikaanse oehoes |
verkleinwoord | Afrikaans oehoetje | Afrikaanse oehoetjes |
de Afrikaanse oehoe m
- (uilen) Bubo africanus een oehoe uit de familie Strigidae . Deze uil komt voor in sub-Saharisch Afrika
- Het woord 'Afrikaanse oehoe' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.