• Ad·vent·ka·len·ner

Samenstelling van  Advent zn "advent"  en  Kalenner zn "kalender"  met het voorvoegsel ad-

enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Adventkalenner der Adventkalenner Adventkalenner die Adventkalenner
datief me Adventkalenner em Adventkalenner Adventkalenner de Adventkalenner
accusatief en Adventkalenner der Adventkalenner Adventkalenner die Adventkalenner

Adventkalenner, m

  1. (tijdrekening) adventskalender
    «En Adventkalenner is en Kalenner fer die 24 Daage vun em aerschde Dezember bis Grischtowed.»
    Een adventskalender is een kalender voor de 24 dagen vanaf 1 december tot kerstavond.