A-biljet
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- A-bil·jet
Woordherkomst en -opbouw
- (samenkoppeling) van A en biljet
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | A-biljet | A-biljetten |
verkleinwoord | A-biljetje | A-biljetjes |
Zelfstandig naamwoord
het A-biljet o
- (financieel) (juridisch) een aangifteformulier van inkomstenbelasting in Nederland
- Hij was in de haast vergeten zijn A-biljet op te sturen.
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord A-biljet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.