90-jarig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- 90-ja·rig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | |
---|---|
onverbogen | 90-jarig |
verbogen | 90-jarige |
partitief | 90-jarigs |
Bijvoeglijk naamwoord
90-jarig
- 90 jaren durend
- Het 90-jarig bestaan werd met een groot feest gevierd.
- met de leeftijd van 90 jaar
- Bij de brand viel helaas een 90-jarig slachtoffer.
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 90-jarig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.