90-jarige
- 90-·ja·ri·ge
90-jarige
- verbogen vorm van de stellende trap van 90-jarig
- De vulkaan werd weer actief na een 90-jarige periode zonder uitbarstingen.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | 90-jarige | 90-jarigen |
verkleinwoord |
- persoon die 90 jaar oud is of iets dat 90 jaar bestaat
- De 90-jarige heeft zijn vijf jaar jongere echtgenote tijdens zijn studie in Deventer leren kennen.
- Het woord 90-jarige staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.