82-jarig
- 82-ja·rig
stellend | |
---|---|
onverbogen | 82-jarig |
verbogen | 82-jarige |
partitief | 82-jarigs |
82-jarig
- 82 jaren durend
- Gedurende dit 82-jarig tijdperk heerste er vrede.
- met de leeftijd van 82 jaar
- Bij de brand viel helaas een 82-jarig slachtoffer.
- Het woord '82-jarig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.