tweeëntachtigjarig
- Geluid: tweeëntachtigjarig (hulp, bestand)
- IPA: / ˈtwejənˌtɑxtəxˌjarəx / (6 lettergrepen)
- tweeën·tach·tig·ja·rig, twee·en·tach·tig·ja·rig
- samenstellende afleiding van tweeëntachtig ht en jaar zn met het achtervoegsel -ig
stellend | |
---|---|
onverbogen | tweeëntachtigjarig |
verbogen | tweeëntachtigjarige |
partitief | tweeëntachtigjarigs |
tweeëntachtigjarig
- 82 jaren durend
- Gedurende dit tweeëntachtigjarig tijdperk heerste er vrede.
- met de leeftijd van 82 jaar
- Bij de brand viel helaas een tweeëntachtigjarig slachtoffer.
- Het woord 'tweeëntachtigjarig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.