Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • 177-ja·rig
Woordherkomst en -opbouw
  • samenstellende afleiding van 177 en  jaar zn  met het achtervoegsel -ig
stellend
onverbogen 177-jarig
verbogen 177-jarige
partitief 177-jarigs

Bijvoeglijk naamwoord

177-jarig

  1. 177 jaren durend
    • Gedurende dit 177-jarig tijdperk bleven de nazaten van de oprichter het bedrijf leiden. 
  2. met de leeftijd van 177 jaar
    • Het 177-jarig schildpadmannetje eet graag wortels. 
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid