-ard
Huidig bestand |
---|
10 |
- via Middelfrans en Oudfrans van Oudfrankisch -ard, -hard; cognaat met Nederlands -aard en hard dat als tweede deel van een samenstelling aangaf dat iemand of iets de eigenschap die het eerste deel aanduidt in sterke mate bezit
-ard m
- vormt een zelfstandig naamwoord
- namen van dieren
- «canard»
- eend (kwekker)
- «canard»
- (pejoratief)
- «soûlard»
- dronkaard
- «trouillard»
- schijtluis, angsthaas
- «soûlard»
- (informeel)
- aanduiding om iemand in een bepaalde categorie te plaatsen
- «motard»
- motorrijder
- «montagnard»
- bergbewoner
- «motard»
- De onderscheiden nuances in de betekenis lopen vaak in elkaar over.
- Naast afleidingen kent het Frans ook woorden op -ard die in hun geheel ontleend zijn aan andere talen en die dus niet met deze uitgang zijn gevormd. Zo komt bijvoorbeeld boulevard van het Nederlandse bolwerk.