Huidig
bestand
10

-ard m

  • vormt een zelfstandig naamwoord
  1. namen van dieren
    «canard»
    eend (kwekker)
  2. (pejoratief)
    «soûlard»
    dronkaard
    «trouillard»
    schijtluis, angsthaas
  3. (informeel)
    «fendard»
    grappig (om te barsten van het lachen)
    «fêtard»
    feestbeest, feestganger
  4. aanduiding om iemand in een bepaalde categorie te plaatsen
    «motard»
    motorrijder
    «montagnard»
    bergbewoner
  • De onderscheiden nuances in de betekenis lopen vaak in elkaar over.
  • Naast afleidingen kent het Frans ook woorden op -ard die in hun geheel ontleend zijn aan andere talen en die dus niet met deze uitgang zijn gevormd. Zo komt bijvoorbeeld boulevard van het Nederlandse bolwerk.