(klemtoonhomogram)

enkelvoud meervoud
nominatief му́ка му́ки
genitief му́ки мук
datief му́ке му́кам
accusatief му́ку му́ки
instrumentalis му́кой, му́кою му́ками
locatief му́ке му́ках

му́ка v

  1. pijn, lijden, marteling, kwelling
    «Раненые корчились в предсмертных муках
    De gewonden kronkelden zich in dodelijke kwellingen.
enkelvoud meervoud
nominatief мука́ -
genitief муки́ -
datief муке́ -
accusatief муку́ -
instrumentalis муко́й, муко́ю -
locatief муке́

мука́ v

  1. (voeding) meel, bloem