Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: apropos
  • à pro·pos
  • van Frans à propos (zie ook: à en propos), in de betekenis van ‘tussenwerpsel: wat ik wilde zeggen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1704 [1]

à propos

  1. trouwens (als overgang naar een opmerking die met het voorgaande verbonden is)
     Kortom: waardeer en gebruik humor! Ga er bewust mee om als een fijnzinnig wapen in moeilijke omstandigheden. En laat je omgeving ervan genieten! À propos: Kent u nog een goeie?[2]
enkelvoud meervoud
naamwoord à propos à propos
verkleinwoord - -

het à proposo

  1. oorspronkelijke gespreksonderwerp
  • van zijn à propos raken
van zijn stuk raken; in verwarring geraken
 Je krijgt een vrije slag, zei ik en ik wees naar mijn linkerwang en toen raakte hij van zijn à propos.[3]
 Midden in hun gefantaseer werd Erkki plotseling bedachtzaam en beweerde dat hierin het bewijs lag dat het christendom het verkeerd had. De Duitse School was overigens streng protestants-christelijk. Papa raakte natuurlijk van zijn à propos en vroeg waar deze conclusie plotseling vandaan kwam. Ja, legde zijn zoon ernstig uit, het christendom is gebouwd op de veronderstelling dat het heelal verstoken is van intelligent leven, behalve op aarde dan.[4]


à propos

  1. à propos (inleiding op een opmerking die met het voorgaande verbonden is)