Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwik·hout
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwikhout zwikhouten
verkleinwoord zwikhoutje zwikhoutjes

Zelfstandig naamwoord

het zwikhouto

  1. (scheepvaart) een stuk hout dat tussen schip en meerpaal of wal gehouden wordt om beschadiging van het schip te voorkomen
    • Je kunt wel een nieuw zwikhout gebruiken. 
Synoniemen


Gangbaarheid