zwijgverbod

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  zwijgverbod    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• zwijg·ver·bod

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  zwijgen ww  en  verbod zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	zwijgverbod	zwijgverboden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het zwijgverbod o

1. het verplicht zijn om te spreken over een bepaalde zaak

Antoniemen

• spreekverbod, zwijgplicht

Opmerkingen

• meestal wordt dit woord verkeerd gebruikt en is er sprake van een contaminatie van spreekverbod en zwijgplicht

1. ▸ Over haar huidige verstandhouding met Alex hield ze zich op de vlakte, omdat het programma nog niet is afgelopen en de deelnemers een contractueel zwijgverbod hebben.

Gangbaarheid

• Het woord zwijgverbod staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.