zwenkwiel
- zwenk·wiel
- samenstelling van zwenk ww en wiel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwenkwiel | zwenkwielen |
verkleinwoord | zwenkwieltje | zwenkwieltjes |
het zwenkwiel o
- een wiel dat middels een vertikale as een willkeurige richting aan kan nemen
- Het huifbed had een zwenkwiel aan de voorzijde.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord zwenkwiel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.