Nederlands

 
zwenkarm met microfoon
Uitspraak
Woordafbreking
  • zwenk·arm
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwenkarm zwenkarmen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zwenkarmm

  1. (werktuigbouwkunde) beweegbare mechanische arm
    • Verwacht wordt dat in juli alle achthonderd bedden zijn uitgerust met een touchscreenscherm, dat, indien gewenst, kan worden uitgebreid met een toetsenbord. De computer is bevestigd aan een zwenkarm op ooghoogte van de patiënt en kan gemakkelijk vanuit bed worden bediend. [2] 
    • "Als we te veel druk op het bakje hadden uitgeoefend of de mannen hadden zich per ongeluk op de verkeerde manier bewogen, dan was de vrachtwagen, inclusief zwenkarm, zeker in het water gestort", vertelde één van de betrokken reddingswerkers aan Amerikaanse media. [3] 

Gangbaarheid

68 % van de Nederlanders;
59 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen