zwengelboor
- Geluid: zwengelboor (hulp, bestand)
- zwen·gel·boor
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwengelboor | zwengelboren |
verkleinwoord | zwengelboortje | zwengelboortjes |
de zwengelboor m
- handboor die men met de ene hand op zijn plaats houdt terwijl men met de andere hand een draaiende beweging maakt
- Het woord 'zwengelboor' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.